De op dit taakveld opgenomen bedragen voor de te ontvangen algemene uitkering zijn gebaseerd op de Meicirculaire van 2017. De gevolgen van de Meicirculaire voor 2018 e.v. zijn toegelicht in de Nota financieel herstel 2018-2021 die in de raadsvergadering van 6 juli 2017 is behandeld.

Het bruto voordeel op dit taakveld wordt in het meerjarenperspectief ingezet voor dekking van een aantal lasten met name op het sociaal domein (de zgn. taakmutaties). De belangrijkste aanwending is voor het ramen van loon- en prijsstijgingen. Het restant (het netto effect) is beschikbaar voor de verbetering van het meerjarenbeeld en is opgenomen in het dekkingsplan.
Bijlage 3 geeft een meerjarenoverzicht van de algemene uitkering uit het gemeentefonds.

Zoals in de uitwerking van de begrotingsscan is opgenomen wordt er z.s.m. een onderzoek gestart naar één van de zeven maatstaven die de algemene uitkering kent, namelijk de bodemfactor.
De bodemfactoren in Voorschoten bevinden zich tussen 1,01 en 1,05, dus de vermenigvuldigingsfactor is maar laag. En toch zijn er delen van Voorschoten waar de bodem relatief snel verzakt, bijvoorbeeld
Vlietwijk. Dat brengt veel kosten met zich mee in de vervanging van wegen en
onderliggende riolering. De uitkomsten van het onderzoek kunnen dienen als
onderbouwing van een verzoek aan BZK om de bodemfactoren hoger vast te stellen.

De raming voor de algemene uitkering voor 2018 is € 259.000 hoger dan die voor 2017.
De toelichting in de paragraaf Meicirculaire van de nota financieel herstel 2018-2021 noemt de hogere accresontwikkeling en de verhoogde integratie-uitkeringen voor het sociaal domein (Nieuwe WMO en Jeugdzorg) als belangrijkste oorzaken voor de toename. In de raming voor 2017 is de stelselwijziging dat de betalende gemeenten in de sociale werkvoorziening de middelen uit de decentralisatie-uitkering ontvangen in plaats van de woongemeenten, nog niet verwerkt. Daarom is in de vergelijking sprake van een nadeel op de decentralisatie-uitkering Participatiewet van € 1,2 mln. (die door het vervallen van de bijdrage aan de werkvoorzieningschappen op het taakveld 6.4 Begeleide participatie overigens nagenoeg volledig wordt gecompenseerd). Daarnaast zijn diverse deeluitkeringen verlaagd en gaat van de hogere WOZ-waarde een verlaging uit.