Toepassen inflatiecorrectie
De opbrengst van de onroerende-zaakbelasting (OZB) voor niet-woningen is voor 2018 verhoogd met het door het CPB geraamde inflatiepercentage van 1,4% (geharmoniseerde consumentenprijzenindex). Met deze verhoging wordt de algemene prijsontwikkeling gevolgd. Dit is noodzakelijk om de inkomsten van de gemeente op dit onderdeel op peil te houden en structurele onevenwichtigheid te voorkomen.

Toepassen woonlastenbeginsel
Door toepassing van het woonlastenbeginsel daalt de rioolheffing. Omdat hier niet alleen huishoudens van profiteren maar ook bedrijven is een deel van de verhoging van de OZB (€ 40.000) verlegd van OZB-woningen naar OZB-gebruikers voor niet-woningen.

Extra verhoging
Om een sluitende begroting te presenteren is het nodig uitgaven te verlagen en inkomsten te verhogen. De bezuinigingsopgave wordt voor 50% gerealiseerd door inkomstenverhoging en voor 50% door inkomstenverlaging. Dit leidt tot een extra OZB-opbrengst van € 21.000.

Baten
De opbrengst OZB-niet-woningen is ten opzichte van 2017 gestegen door:
- inflatiecorrectie               (€ 12.000)
- toepassen woonlastenbeginsel          (€ 40.000)
- extra verhoging begrotingstekort (50/50-regel)    (€ 21.000)